Nieuwsbericht

Moet de verkeerskundige een duizendpoot zijn?

Profielfoto van Kennisplatform CROW
6 november 2023 | 2 minuten lezen

De vraag naar verkeerskundigen is groot, maar ze komen maar mondjesmaat van de opleidingen. Erger nog: het aanbod krimpt, terwijl de markt juist groeit. Wat te doen om het vak en de opleiding aantrekkelijker te maken? Hierover ging het rondetafelgesprek onder leiding van Frans Bekhuis (CROW) tijdens het Nationaal Verkeerskundecongres op 2 november in Amsterdam.

Het vak verkeerskunde is onder studenten niet populair, ziet Guus Verweij, student aan de Universiteit Twente. Van de studenten civiele techniek kiest zo'n driekwart voor de 'waterkant', slechts een kwart of minder doet verkeer. Bovendien loopt ook de instroom van nieuwe studenten terug. Het beeld is gelukkig divers. Bij de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden melden zich juist meer studenten.

Johan Leferink (Metropoolregio Arnhem Nijmegen) merkt dat het steeds moeilijker wordt om je als verkeerskundige te onderscheiden. De vraagstukken zijn integraler geworden door de nauwere relatie met ruimtelijke ordening. Zijn opvatting is daarom dat een verkeerskundige ook goede kennis moet hebben van planologie.

Robert Coffeng (namens NL Ingenieurs) ziet ook dat het vak ‘in transitie’ is door de multidisciplinaire aanpak die steeds vaker nodig is. Naast mobiliteit krijg je te maken met onderwerpen als economie, duurzaamheid en digitalisering. Verkeerskundigen moeten daarom in staat zijn om verschillende disciplines met elkaar te verbinden. “Je moet nieuwsgierig zijn en vragen buiten je eigen vakgebied willen stellen.”

Eric van Berkum (hoogleraar Universiteit Twente) stelt dat de problemen in het vakgebied te complex zijn om alleen aan verkeerskundigen over te laten. Er zijn specialisten nodig om goede oplossingen te vinden.

Verbinden versus beperken

Coffeng en Leferink zien de verkeerskundige als verbinder, maar de zaal werpt tegen dat verbinden een vak op zich is. In kleine gemeenten zal een verkeerskundige wel moeten verbinden maar als er in grotere teams wordt gewerkt, moet er een specialist met deze expertise in zitten. Anderzijds ben je als teamplayer binnen het team ook steeds aan het verbinden. Verkeerskundigen blijven soms te veel in hun eigen hok en beperken zich tot technische aspecten, terwijl ze juist nieuwsgierig zouden moeten zijn naar het grotere geheel en de maatschappelijke opgaven. Dat is toch waar je het voor doet.

Verkeerskunde versus planologie

Wat moet je van elkaars werk weten? Het is handig om enige kennis van planologie te hebben, verkeerskunde en ruimtelijke ordening raken elkaar voortdurend. Anderzijds is echt diepgaande kennis niet nodig, je werkt altijd multidisciplinair met collega’s die dergelijke kennis wél hebben. Een zekere hoeveelheid basiskennis is handig om elkaars terminologie te begrijpen – net zoals overigens enige juridische en bestuurskundige basiskennis praktisch is, en bestuurlijke sensitiviteit. Het is goed om gevoel te ontwikkelen voor wat politiek en bestuurlijk haalbaar is bij de oplossingen die je aandraagt.

Generalist versus specialist

De overheersende opvatting in de discussie: verkeerskundigen moeten breed worden opgeleid, dat specialiseren komt later wel op de werkvloer. Naarmate je meer ervaring opdoet, ontdek je gaandeweg in het werk waar je belangstelling ligt. De specialisatie volgt dan eigenlijk vanzelf. 
Nog een argument voor een generalistische opleiding: in kleine gemeenten is er vaak maar één verkeerskundige. Die gemeenten hebben juist behoefte aan een breed opgeleide duizendpoot die alles doet en dus ook alles moet kunnen. Te veel specialisatie staat dat in de weg. Er is behoefte aan traditioneel opgeleide verkeerskundigen, maar ze moeten wel oog hebben voor wat er in de maatschappij leeft en van uiteenlopende dingen verstand hebben. Dat helpt ook in multidisciplinaire trajecten én bij het verbinden.

De discussie is nog maar net begonnen en heeft nog geen duidelijke uitkomsten – als die er al zijn. Verkeerskunde is een mooi vak, daar is iedereen het wel over eens. Nieuwe ideeën om het vak bekender en aantrekkelijker te maken zijn welkom, van markt, onderwijs en overheid. Iemand oppert zelfs om de naam van het vak te veranderen. Of dat helpt weet niemand, maar het voorkomt misschien dat mensen denken dat je een opleiding voor rijschoolhouder volgt.